Cursusbeschrijving
B1 is het derde niveau van Nederlandse taalbeheersing volgens het Europees Referentiekader (ERK). Op dit niveau begin je de taal zelfstandig te gebruiken in meer complexe situaties. B1 richt zich op het begrijpen en produceren van eenvoudige teksten en gesprekken, en het omgaan met situaties die in het dagelijks leven voorkomen.
Belangrijke aspecten van B1:
1. Begrijpen van de Hoofdpunten:
Op B1-niveau kun je de hoofdpunten begrijpen van gesprekken en teksten over vertrouwde onderwerpen, zoals werk, school, vrije tijd en nieuws. Je kunt informatie halen uit langere teksten en gesprekken, zelfs als er enige complexiteit in zit.
2. Luisteren naar Gedetailleerde Informatie:
Je kunt langere gesprekken of presentaties volgen, zolang het onderwerp bekend is en de spreker duidelijk spreekt. Dit omvat het begrijpen van nieuwsberichten, instructies of verhalen.
3. Lezen van Eenvoudige Informatieve Teksten:
Je kunt teksten lezen die meer gedetailleerde informatie bevatten, zoals nieuwsartikelen, brieven of rapporten. De onderwerpen kunnen variëren, maar blijven gerelateerd aan alledaagse thema’s.
4. Voeren van Complexere Gesprekken:
Je kunt deelnemen aan gesprekken over een breder scala aan onderwerpen, zoals werk, reizen, familie, of hobby’s. Je kunt je mening geven, ervaringen delen, en redeneringen uitleggen, al blijft de taal nog steeds eenvoudig.
5. Schrijven van Verhalende en Informatieve Teksten:
Je kunt eenvoudig gestructureerde teksten schrijven over vertrouwde onderwerpen, zoals brieven, e-mails of korte rapporten. De focus ligt op het correct overbrengen van ideeën en het gebruik van meer gevarieerde zinsstructuren.
Wat te verwachten op B1-niveau:
– Zelfstandige Communicatie:
Op dit niveau kun je jezelf uitdrukken in de meeste situaties die je in het dagelijks leven tegenkomt. Je kunt omgaan met onverwachte gebeurtenissen, zoals problemen met vervoer, en duidelijke meningen geven tijdens gesprekken.
– Flexibiliteit in Gesprekken:
Je kunt omgaan met meer spontane gesprekken en bent in staat om je standpunt te verdedigen of vragen te beantwoorden over alledaagse onderwerpen. Hoewel je nog fouten maakt, kun je jezelf meestal goed verstaanbaar maken.
– Gevarieerde Woordenschat en Grammatica:
Je woordenschat en grammatica worden breder. Je kunt de verleden tijd, toekomende tijd, en voorwaardelijke zinnen correct gebruiken in contexten die variëren van dagelijkse situaties tot meer abstracte onderwerpen.
Voorbeelden van wat je kunt op B1:
– Een gesprek voeren over je werkervaring:
“Ik werk sinds vijf jaar als leraar. Het is een uitdagende baan.”
– Eenvoudige instructies en aanwijzingen begrijpen en opvolgen:
“Neem de eerste straat rechts en ga dan rechtdoor naar de brug.”
– Je mening geven over een film:
“Ik vond de film interessant, vooral door de manier waarop het verhaal werd verteld.”
Doel van B1:
Het doel van B1 is om je te helpen zelfstandig te functioneren in een Nederlandstalige omgeving. Je kunt jezelf uitdrukken in een breed scala aan alledaagse situaties en gesprekken voeren over persoonlijke en professionele onderwerpen zonder te veel moeite.
Voorbereiding op het volgende niveau:
Na B1 kun je doorgaan naar B2, waar je leert om complexere ideeën en argumenten te bespreken, diepere analyses te maken, en comfortabeler te communiceren over zowel concrete als abstracte onderwerpen. B2 brengt je naar een gevorderd niveau van taalgebruik.